zondag 31 januari 2016

Blozende tulpen en rammelende zaaddozen.

Bosje tulpen gekocht. Ze stonden verlegen te blozen bij de bloemist - neem je ons mee? Wie kan deze charme weerstaan?
In de tuin steken de tulpen hun neuzen voorzichtig boven de grond; groene, opgerolde punten blad. Heel anders dan het rechte sprietenblad van de krokus, narcis en iris. Ik was net even op de garagezolder, daar staan de potten met iris reticulata en.... twee weken na het oppotten beginnen er al een paar op te komen: knalblauwe bloemknoppen prikken door de bruine grond. Verder geen lol te beleven in de tuin, nog steeds kleddernat. Vrijdagochtend, ik waaide bijna uit mijn jas, toch even een rondje met het fototoestel gedaan: 

Even het 'kopje' optillen, dan zie je hoe mooi het hart van de Helleborus er uit ziet. 
Mooi contrast: de stugge wat stekelige gedroogde bloemstengel van de teunisbloem met een pluizige pluim van het prachtriet. 
Grappige, rammelende zaaddozen van Baptisia australis (Indigolupine)
Omdat ik de zaaddozen van de Baptisia niet goed genoeg op de foto kreeg, nam ik een takje mee naar binnen. En ook een paar stekelhoofden van de Zonnehoed (Echinacea). Zo kon ik ze - zonder last van wind en natte klei - van alle kanten op de foto zetten: 


De zaaddozen van de Baptisia zijn 2 tot 3 cm groot.

In de zaaddozen zitten prachtig chocoladebruine boonvormige zaden.
Mooi zoals de steel van deze zonnehoed uit elkaar is gerafeld. De stekels zijn al voor de helft van de kegel gevallen. Onder de stekels zitten de zaden.
De Baptisia (blauwe pluimen) in bloei samen met valeriaan (witte schermen)

De zonnehoed in bloei. Het oranjebruine hart zal uitgroeien tot een stekelige kegel vol met zaad.

zondag 17 januari 2016

Eigen boontjes doppen

Hoog water.
Wat heerlijk om de zon weer te zien na een grijze, kleddernatte week. Even een rondje door de tuin gelopen, voorzichtig want voor je het weet staan je klompen vol water! Paden en borders gedeeltelijk onder water, soppen op het grasveld, de waterput overvol. Hier hoeven we voorlopig niets te doen. Ondertussen groeit door de hoge temperaturen alles door, de Kerria gaat maar weer bloeien - als het dan toch geen winter wordt, het blad van de daglelie staat al weer frisgroen centimeters hoog in de border. Dat wordt schrikken, mocht het toch nog gaan vriezen. 

Blad van de daglelie met een verdord reuzenscabiosa-bloemhoofd.
In de garage de zak met nog te doppen droogbonen gepakt en dan weer naar binnen. Boontjes doppen en met een schuin oog naar buiten kijken - vogels tellen. Had zelf al een voorspelling gedaan wat betreft de tuinvogeltelling: twee merels, twee eksters, twee tortelduifjes en een koolmees. Dit zijn de vaste gasten in Hof van Jaantje en ja, ook vandaag waren ze weer present met als bonus een mus. De koolmees heeft het nestkastje in gebruik genomen, de tortels nestelen in de kastanjeboom. de eksters hebben een nest in een boom aan de overkant van de straat en de merels zullen vast ergens in de heg nestelen. 


Terug naar de bonen, letterlijk en figuurlijk want FAO (Food and Agriculture Organization - de voedsel en landbouworganisatie van de VN) heeft 2016 uitgeroepen tot internationaal jaar van de peulvrucht wat in Nederland een beetje kort door de bocht is vertaald naar 'Het jaar van de boon'. Het doel is dat we wereldwijd - er doen 32 landen mee - meer peulvruchten gaan eten omdat ze gezond, redelijk makkelijk te kweken en goed houdbaar zijn. Linzen, erwten, bonen - er is een grote variatie aan peulvruchten maar ze zijn een beetje in onbruik geraakt. Dus we moeten weer 'aan de boon', dat is zo'n beetje het doel van dit bonenjaar. Het gaat dus niet om de groene snij- en spercieboon maar om de zaden van bonen. 

Peulvruchtenwereld van Flora Forager


Mijn eerste kennismaking met 'de boon' in mijn jeugd verliep met tranen van teleurstelling. We aten die dag snijboontjes en daar was ik dol op maar mijn oma had tegen mijn moeder gezegd: 'doe er lekker witte boontjes door!´ Vond mijn moeder een goed idee, ´Naakte kindertjes in het gras´ zo noemden ze dat, ik weet het nog goed. Maar wat een schrik, die naakte kindertjes waren melige dotjes tussen de malse snijbonen die ik zo lekker vond. Moest vast m´n bordje leegeten, dat weet ik niet meer precies, maar wel dat ik voorlopig geen boon meer door mijn keel kreeg. Gelukkig stonden ze niet meer op het menu want mijn vader was ook geen fan van bonen. Behalve dan in de vorm van erwtensoep - lust ik nog steeds niet - maar dat hoefde ik niet te eten. Eenmaal samenwonend en later getrouwd, ben ik langzaam aan de bruine boon gaan wennen in de vorm van Chili con carne. En nu lust ik ze; linzen, (kikker)erwten, bonen  in allerlei vormen en maten, ze staan regelmatig op het menu, ook omdat ik vegetarisch eet en bonen dan bijna onmisbaar zijn vanwege de voedingswaarde. 

Liefde voor de peulvrucht van Flora Forager


In de volkstuin kweekte manlief afgelopen jaar bruine kogelboon en kievitsbonen. Die heb ik gisteren dus uit de gedroogde peulen gehaald en nu hebben we een lekker bonenvoorraadje. De bonen gaan eerst drie dagen in de vriezer om eventuele eitjes van de bonenkever te doden. Daarna bewaar ik ze in potten in de trapkast. Het eten van droogbonen vergt wel enige planning want ze moeten voor het koken een paar uur weken in water en - afhankelijk van de grootte - in schoon water een half uur tot uur koken voor ze gaar zijn. 

Kogelboontjes, een fijne, kleine bruine boon. 
In de keuken van Jaantje werd afgelopen week een lekkere ovenschotel met bonen gemaakt, het recept vind je hier.

Meer over het 'jaar van de boon'  vind je op deze site: www.blijeboon.nl 

Verder is er heel veel leuks te lezen en zien over bonen en andere tuinzaken op het blog van Kees de boon: De boon in de tuin.

Meer afbeeldingen van Flora Forager.

De prachtige kievitsboon.





zondag 10 januari 2016

Een tas vol voorjaar

Een tas vol voorjaar.
De kerstversierselen zijn opgeruimd. Alleen de lichtjes mogen - zolang we nog in de donkere dagen zitten - blijven hangen. Om de boel een beetje op te fleuren, reed ik naar het groenwarenhuis om een paar potjes blauwe druifjes. 

Ik kwam natuurlijk met veel meer thuis dan de bedoeling was want de bloembollen waren vijftig procent goedkoper. Ja maar je had toch al heel veel bloembollen gekocht? Eh ja, maar hier kon ik toch echt niet aan voorbij lopen. Die fijne kleine felblauwe Iris reticulata (dwergiris), daar heb ik nog wel een plekje voor. En met de botanische tulpjes (Tulipa tarda Dasystemon) vul ik een paar potten voor een vrolijk voorjaar bij het huis.


Blij met mijn biobolletjes.
Waar je op moet letten bij het kopen van bloembollen, zeker zo laat in het plantseizoen, is dat de bollen gezond zijn dus niet beschimmeld of uitgedroogd. De irissen- en tulpenbollen zagen er kerngezond uit, al wel met een klein groen groeipuntje maar dan zit er zeker leven in. Nu moesten ze dus wel snel geplant worden. De tulpenbollen gelijk opgepot, de irissen moeten nog even wachten maar deze week gaan ze zeker de grond in, dat kan nog best al zullen ze dan wel wat later bloeien dan bollen die in het najaar zijn geplant. 

En dan had ik nog de potjes met blauwe druifjes, die heb ik in mijn verzameling kannen opgepot. Gezellig het voorjaar in huis. Als ze uitgebloeid zijn, krijgen ze een plekje  in de tuin. 








Voorjaarsverzameling, voor de foto even op de grond gezet. 

Ze hebben zo'n schattig wit kantje aan hun rokje.


Vlierstronk met zwammen
Toen ik vorige week mijn rondje door de tuin maakte voor het fotograferen van mossen, ontdekte ik aan de vlierstronk een paar mooie zwammen. Facebookvrienden van Hof van Jaantje schreven mij dat dit judasoor is, een zwam die graag op dode of levende vlierstruiken groeit. En eetbaar is. Echt leuk om dit in de eigen tuin te ontdekken. Vond ze overigens te mooi om te oogsten en op te eten. Ging net nog even kijken, maar de zwammen zijn inmiddels aardig verschrompeld. Maar misschien gaan er nog meer zwammen groeien aan deze vlierstronk. 
Volgend weekend ga ik natuurlijk weer meedoen met de Nationale Tuinvogeltelling, op zaterdag of zondag een half uur lang de vogels die in de tuin komen tellen. Het valt me op dat het tussen 9 en 11 uur 's morgens  een soort spitsuur is met vogels die af en aan vliegen en op zoek gaan naar voedsel. Hopelijk zit ik volgende week niet voor niets met mijn blocnote achter het raam....

Duifje komt de zaden uit de cupcake eten. 

Altijd met z'n tweetjes. 



zondag 3 januari 2016

Aaibaar groen


Nieuwjaarsdag, half 10 's morgens. De kruitdampen zijn opgetrokken en aan de strak blauwe lucht straalt een heerlijk zonnetje, wandelschoenen aan en naar buiten! Natuurlijk het fototoestel mee, lekker doorstappen en af en toe een paar foto's maken, zoals de foto hiernaast van het oude afgebrokkelde muurtje  met mos. Zo mooi het contrast tussen de harde, ruwe, grijze stenen en het groene, zachte, aaibare mos. Bijzonder eigenlijk - mos - dat groeit daar zomaar zonder noemenswaardige voedingsbodem van aarde, heeft blijkbaar genoeg aan wat er tussen de stenen valt aan voedingsstoffen en water. Eigenlijk weet ik  niet zo heel veel over mossen, maar eens even op onderzoek uit op internet en daar was heel veel te leren over mos...

Mos op de flagstones langs de vijver

Oeroud

Mossen zijn primitieve sporenplanten, de allereerste planten op aarde (denk daar maar eens aan als je op het punt staat een pak mos-doder te kopen) ontstaan - geëvolueerd - vanuit algen die in het water leefden. Er zijn zo'n 600 verschillende mossoorten in Nederland. Er blijkt veel studie en dus deskundigheid aan te pas te komen om alle mosjes uit elkaar te houden. Een mos-deskundige heet Bryoloog, de wetenschappelijke naam van de  mossen is Bryophyta. 
Ik associeer mos altijd met vocht en schaduw, plaatsen waar mos altijd als eerste groeit, maar er zijn mossen die ook droogte kunnen verdragen. 

Een bladmos in het gras, stengel met rondom miniblad.

bijzonder gebouwd 

Mossen hebben stengels met blaadjes die rondom de steel zitten (bladmossen) of blad in rijen aan de stengel (levermossen). Mossen hebben geen wortels maar houden zich met kleine celdraadjes, rhizoiden geheten, vast aan de ondergrond. Vandaar dat ze kunnen groeien op plaatsen waar andere planten dat niet kunnen, op een stenen muurtje bijvoorbeeld. De mossen hebben ook geen vaatstelsel waardoor planten water en voedsel transporteren. Als een spons neemt het mos via blad en stengel snel vocht en voeding op.  De grappige sprietjes met 'dopje' aan het eind die je vaak boven het mos uit ziet steken zijn sporenkapsels. De sporen worden door de wind meegenomen en waar de spore neerkomt zal bij gunstige omstandigheden een nieuw mosplantje ontstaan.  

Mos met sporenkapsels op de rand van de waterput

Hoera en hulde voor mos! 

Mos is dus een plant met stengels en blad die in staat is om lucht te zuiveren. Via fotosynthese wordt koolstofdioxide (CO2 waar zoveel om te doen is de laatste tijd) omgezet in zuurstof (O2) - schone lucht die wij zo graag inademen. Zeker in de winter wanneer de bomen kaal zijn er dus veel minder fotosynthese plaats vindt, mogen we de mossen wel dankbaar zijn dat ze zo massaal in de tuin opduiken. Maar ook: waar veel mossoorten groeien is er sprake van een schoon milieu! 
Naast schoneluchtproducent heeft mos nog meer positieve eigenschappen: 

Bolletjes mos op het garagedak
- Mos kan zelfs zonder wortels de grond waar het op groeit 'vast houden' en voorkomt zo erosie.
- Een bedje mos is een gunstig microklimaat voor ontkieming van zaden, hierdoor kunnen er planten groeien op onherbergzame plaatsen. 
- Leg mos onder de microscoop en je ontdekt dat het krioelt van de beestjes. Ook grotere dieren zijn blij met mos: vogels en knaagdieren gebruiken het als nestmateriaal. 



De mens en mos

Helaas is er heel veel waardevol mos verloren gegaan door toedoen van de mens. De mens heeft mos o.a. gebruikt als isolatiemateriaal, vulmateriaal en brandstof - turf. Turf is veenmos wat zeer langzaam verteerd is, 1 millimeter per jaar is de aangroei van turf. Opgestookt in de kachels van onze voorouders, maar die mensen hadden niet veel anders en wisten niet beter. Nu hebben we wel anders en weten we wel beter. Waarom gebruiken we dan nog steeds turf, niet in de kachel maar in potgrond en tuinaarde? (lees hierover het blogbericht 'laag bij de grond')
Veel mossen zijn verdwenen door luchtvervuiling, gebruik van pesticiden en meststoffen in de landbouw. De hobbytuinier doet er nog eens een schepje bovenop en gaat met mosverdelgers het groene plantje te lijf, terwijl in de Japanse tuin mos juist wordt geïntegreerd in de beplanting. Laten we in 2016 allemaal Japans gaan tuinieren en mos de plek gunnen in de tuin die het verdient.  
De dode vlierstronk leeft weer.  

informatie

Op de volgende sites heb ik de informatie over mossen gevonden die ik in bovenstaande blogbericht heb verwerkt: 

Mooie verrassing op het kippenhok