zondag 16 juli 2017

Het regent, het zegent

Een hommel schuilt voor de regen
in een bloem van de toorts. 
Het regent, het zegent
de pannetjes worden nat
daar kwamen twee soldaatjes aan
die vielen op hun gat

Het regent, het zegent
de pannetjes worden nat
daar kwamen twee boerinnetjes
die vielen op hun kinnetjes

het regent, het zegent
de pannetjes worden nat

Alweer een gedicht/liedje over regen maar echt, ik kon woensdag wel zingen van blijdschap zo lekker regende het. Eindelijk viel er een flinke hoeveelheid, 40 millimeter in de regenmeter en nóg regende het door. Wat we in juni en juli tekort kwamen, viel nu in een keer naar beneden. 


Door de aanhoudende droogte zitten we nog steeds met een half omgespitte voortuin. De grond was gewoon te hard om te bewerken. Aan de andere kant - oftewel op de andere helft - groeien de pompoenen uitstekend (lees ook: pompoenen in de voortuin) Geplant in een lekker bed vol compost en wat mest, bedekken ze bijna het hele stuk grond. Onder het blad groeien de eerste flespompoenen. Dat wordt smullen in het najaar. 

Net onder de grote, ruwe bladeren zitten de grote pompoenbloemen verscholen. De bijen weten ze gelukkig wel goed te vinden anders zouden er geen vruchten uit groeien. 


Pompoensoep, pompoentaart, pompoenchutney, pompoen-mmmmmm!
De pompoenen zien er al heel goed uit maar kunnen nog niet geoogst worden. Ze zijn oogstrijp als het steeltje indroogt en kurk-achtige barsten krijgt. Op de andere helft van de voortuin gebeuren ook wel leuke dingen: spontaan groeit en bloeit er van alles nu het zomaar zijn gang mag gaan. 
la-maar-waaien en dan krijg je dit... 

...maar ook dit. Een lief geraniumpje, heermoes en vrouwenmantel. 
Maar eh... ik wil wel heel graag verder aan de voortuin en gelukkig komen er een paar weken vakantie aan waarin ik weer wat meer tijd voor de hof heb. Ook gaan we even lekker op stap. Het bloggen zal daardoor op een lager pitje staan maar daarna komen er weer met regelmaat nieuwtjes uit Hof van Jaantje. 

Deze leuke vakantieprent is van Stephanie Lambourne.




maandag 10 juli 2017

Zomeravond bij de kachel

Dorus aan de scharrel.
Zondag 9 juli - 20.00 uur

Een prachtige zomerse avond en ik zit lekker buiten te kijken naar de kippen die rondscharrelen tussen de klavers in het grasveld. De katten liggen loom wat voor zich uit te staren. Een merel fluit zijn avondlied, en ik geniet. 
Ik zit in 'het hokje' en heb - primeur - de potkachel aangestoken. Eigenlijk is het helemaal zo koud niet dat je bij de kachel moet zitten, maar het is gewoon lekker knus; het zachte murmelen van het vuur dat in het gietijzeren binnenste brand, afgewisseld met geknapper en geknal van het brandende hout. Ik kreeg deze kachel voor mijn verjaardag - in april - en daarna was het geduldig wachten op 'de buuzen uut Waschappel' (buizen uit Westkapelle), en die zijn afgelopen week aangesloten. Vanwege de brandveiligheid hebben we dit maar aan de vakman overgelaten. Maar ik vond dat ik nu wel lang genoeg had gewacht, dus vanavond het eerste vuurtje ontstoken. 

Heel blij met dit elegante potkacheltje.

Na twee vuurkorven te hebben versleten is dit kacheltje een hele vooruitgang. Romantisch hoor, zo'n vuurkorf, maar je kruipt na een avond bij het vuur als een gerookte paling in bed. 
Nu zit ik hier lekker wat te schrijven, gewoon met pen en papier, we hebben geen wifi-bereik hier het tuinhuisje, en mijmer zo nu en dan wat voor me uit. Er dansen vliegjes in de lucht en de zwaluwen doen aan luchtacrobatiek. De wolken kleuren langzaam rozerood. Bijna windstil, 'D'r verwemeld gin blaadje', zou mijn oma gezegd hebben. Een ding is jammer, morgen gaat om 5.15 uur de wekker. Dus, straks toch mijn bed maar opzoeken. Met de kippen op stok. 
Kijk het vuur lekker knapperen.

Er zijn mensen die gruwen ervan, klaver in het gras. Maar ik vind het leuk en voor de bijen en andere beestjes (rechts een weekschildkevertje) is het een waardevolle voedselbron. Denk maar aan de potjes klaverhoning en pluk eens zo'n bloemetje af en ruik er eens aan: daar kan geen roos tegenop! Gewoon het gras iets minder kort maaien en de rest gaat vanzelf. Om over na te denken: bijenhotels zijn tegenwoordig in allerlei vormen en maten te koop, ze zien er grappig uit en veel mensen kopen zo'n houten gevalletje en hangen het in de tuin maar vervolgens bestrijden ze 'onkruid' te vuur en te zwaard. Dat is dan een hotelletje met een karig ontbijt, lunch en diner. Zou je daar willen logeren? 

zondag 2 juli 2017

Het ruist en regent en het spat

Het lijkt alsof de kaardenbol
onder de douche staat. 
Vrijdag 5.15 uur, de wekker gaat af, ik blijf nog even rustig liggen en luister naar de auto's die voorbij rijden. Hoor ik het goed? Is dit het geluid van autobanden op nat asfalt en heeft het dus eindelijk geregend? Ik stap uit bed en schuif de gordijnen open, een kletsnatte straat glimt me tegemoet. Ik voel me bijna net zo opgetogen als bij het zien van een vers pak sneeuw in de winter. Regen! Eindelijk! Al vanaf woensdag keek ik hoopvol op de buienradar maar het leek wel alsof we middenin een centrifuge zaten: al het regenwater werd naar de randen van Nederland geslingerd en bij ons viel geen druppel. Maar nu is er een goede tien millimeter gevallen, de aarde heeft het gulzig opgeslurpt en roept: "meer, meer, meer!" Maar ik ben bang dat er voorlopig niet veel regen zal vallen, helaas. Jacques Klöters las vanmorgen in zijn geweldige radioprogramma 'De Sandwich' het onderstaande gedicht van C. S. Adama (1877-1924) voor, en het verwoord precies hoe ik mij voelde bij deze zeer welkome regenbui.



Het regent, - o wat regent het!
Ik hoor het uit mijn warme bed,
ik hoor de regen zingen, -
Het regent, regent dat het giet-
dat niemand daar nou iets van ziet
van al die donkre dingen!


Het ruist en regent en het spat-
Nou worden alle bomen nat
en plast het in de sloten.
Het regent, regent overal!
O hé! daar loopt het zeker al
bij straaltjes uit de goten!


Wat is dat gek en leuk geluid!
Wat is dat lekker om dat uit
je donker bed te horen: 
't Is of dat een kerel buiten staat
te fluistren aan je oren.
Nou druipt het in dat open gras-
Nou zal er wel een grote plas
op alle wegen komen.
Nou lopen nergens mensen meer-
verbeel-je eens, in zo een weer!
Daar wou ik wel van dromen.


En vroeg, morgen, in de zonneschijn,
Als dan de blaadjes zilver zijn,
met droppeltjes bepereld -
dan doe ik toch mijn eigen zin,
dan loop ik heel - en heel ver in
de schoongeworden wereld! 

Foto's tussen de dichtregels: Amberboom (Liquidambar styraciflua 'Worplesdon'), Fuchsia magellanica 'Gracilis' en citroenkruid (Artemisia abrotanum).