zondag 18 augustus 2019

Aanleg folievijver


Een grote verandering in de tuin: de vijver is aangelegd! Wat al sinds april een gapend gat in de voortuin was, is nu een mooi spiegelend wateroppervlak. De laatste dagen van mijn zomervakantie waagde ik de sprong in het diepe - stiekem vond ik het toch wel een uitdaging, een folievijver aanleggen. Maar ook hoge bergen worden stap voor stap bedwongen dus ik begon maar gewoon met de eerste stap en sprong met een spade en snoeischaar in de kuil. 

Stap één: de vorm van de vijver verder uitgraven. Alle scherpe zaken die een lek in het folie kunnen veroorzaken moeten verwijderd worden: stenen, takjes, scherven, boomwortels en wat je nog meer allemaal tegen kunt komen in de grond.

Plaats delict: grove vorm uitgegraven m.b.v. een graafmachine
Na stap 1: vijvervorm met verschillende niveau's: 100, 60, 40 en 10 cm diepte. De gehele vijver is ongeveer 3 bij 4 meter. Er kwamen heel wat bakstenen uit de grond, een kleine klaagmuur. Belangrijk bij het vormen van de vijver is dat de bovenranden waterpas liggen, anders kun je de vijver nooit helemaal goed vullen. 
Na het graafwerk was de volgende stap een ritje naar het tuincentrum voor de aanschaf van zand, beschermdoek en vijverfolie. Nu vergeet ik een belangrijke tussenstap: uitrekenen hoeveel folie en doek er nodig is. Hiervoor vond ik een handige formule op internet: vijverfolie berekenen. Kort gezegd neem je de totale breedte, tel daar twee keer de diepte bij op plus nog 1 meter overlap (voor elke zijde 50 cm). Doe het zelfde voor de lengte. 
Er zijn verschillende soorten vijverfolie, ik had bij het tuincentrum keuze uit twee soorten: PVC en EPDM. EPDM is hiervan de stevigste maar ook duurste soort. Zoals de verkoopmedewerker zei: "Het is drie keer zo duur maar gaat ook drie keer langer mee." Het lijkt mij dat drie keer een vijver aanleggen en dus drie keer een lap PVC aanschaffen ook een kostbare aangelegenheid is - zowel wat geld als tijd betreft. Ik kan het betalen, dus ik kocht het duurdere EPDM. Met de nodige assistentie van gespierde mannen kreeg ik de zware vracht in de tuin. De aanleg kon van start gaan. Eerst een laag zand aanbrengen om alle eventuele scherpe steentjes e.d. af te dekken. Daar ging het beschermdoek overheen en als laatste de vijverfolie. Als ik het zo opschrijf lijkt het een karweitje van niets maar ik had een extra uitdaging: wind, heel veel wind! Gelukkig had ik een hoop bakstenen bij de hand om alles een beetje op zijn plaats te houden. Arie stak ook even een handje toe - samen legden we de zware lap folie op zijn plaats. 

Het folie ligt in de kuil, alles een beetje in de vorm geplooid en daarna een heel relaxt werkje: de vijver vullen met water. Met behulp van het water wordt de folie verder in vorm gedrukt. Hier en daar kun je nu de plooien wegtrekken. Een nieuwe vijver kun je het best vullen met kraanwater, dit is schoon en vrij van ziektekiemen en parasieten. 

En zo zag het er na een dagje klussen uit. Randen van het folie omgevouwen naar binnen, vijver bijna helemaal gevuld met kraanwater. De dagen erna regende het behoorlijk dus dat vulde de vijver nog eens lekker bij. 
Weer een paar stappen verder: bij het tuincentrum heb ik zuurstofplanten gekocht, die staan verspreid in het ondiepe deel van de vijver. Ook heb ik bij een vriendin-met-vijver twee emmertjes vijverwater gehaald, om wat nuttige bacteriën toe te voegen. Al lees ik elders op internet dan weer berichten dat je dit juist niet moet doen - wat vooral van toepassing is als je vissen in de vijver wilt. Nou, voorlopig komen er bij mij geen vissen in dus ik waag het erop. 
Met alle bakstenen die bij het graaf- en spitwerk naar boven zijn gekomen ben ik begonnen om de rand af te werken. Het is de bedoeling dat hier ook planten tussen gaan groeien om een natuurlijk ogend geheel te krijgen. Zo te zien is het lekker water! 

vrijdag 9 augustus 2019

Pretpakket

Ik was nooit zo van de eenjarige zaadmengsels, was inderdaad want sinds deze zomer ben ik helemaal om! Arie kocht voor op de volkstuin een doosje 'Japans bloemengazon', sceptisch bekeek ik het bonte doosje: hoezo Japans? Hoezo een gazon van bloemen? En wat een kermis van bloemen en kleuren bij elkaar. Maar goed, voor de volkstuin maakt dat niet uit, daar gelden andere esthetische wetten, namelijk geen: alles kan en mag. We vulden een oude kruiwagen met potgrond en Arie strooide het zaad er overheen - lekker veel natuurlijk. Toen bleef er nog heel wat zaad over, maxi-pack hè! En omdat we thuis nog heel veel kale grond hadden, nam ik het restant mee naar huis. De grote border bij de voorgevel zaaide ik in het midden in met Phacelia (bijenvoer), dat is een plant die vooral als groenbemester* gebruikt wordt. Twee brede randen aan weerszijden zaaide ik in met de Japanse wondermix. Water geven en dan maar afwachten. Voorheen zaaide ik wel eens een snijbloemenmengsel maar dat kwam maar matig op, ik zou nog wel zien wat er van dit bloemgazon terecht zou komen.


Maar kijk, het zaad ontkiemde vrij snel en goed. Trouw gaf ik het om de paar dagen water tot de planten groot genoeg waren om zichzelf te kunnen redden. Ik kon zelfs al verschillende plantjes herkennen en zag dat het best een leuke mix werd. Na een paar weken verschenen voorzichtig de eerste bloemen en sindsdien is het een waar feest in de border. De verschillende bloemen volgen elkaar mooi op, steeds is er iets nieuws te zien. De meeste bloemen ken ik wel, maar er zitten ook een paar leuke verrassingen tussen.
Dit pittig rode bloempje moest ik bijvoorbeeld even opzoeken. Het is Linum grandiflorum 'Rubrum' - rode vlas. Ik kende vlas alleen met hemelsblauwe kleine bloemen op dunne steeltjes. Zeker geen tweelingbroertje dus.
En is dit geen plaatje? Lijkt wel een orchidee. Het is een vlasleeuwebek (Linaria), die ik wel als wilde plant ken maar dan in geeltinten. 
Zo'n bonte kermis als op het doosje is het (gelukkig) niet geworden. Veel blauw, lila en roze met af en toe een knalrode zinnia (rechts op foto) en gele en oranje goudsbloemen - dat geeft het geheel wat pit. Gelukkig ook veel enkele bloemen waar de insecten op afkomen, zoals deze blinde bij. Ja die heet echt zo! Het is een soort zweefvlieg. De grote roze bloem is een malva (Lavatera trimestris).
Goudsbloem
Veel korenbloemen in het mengsel, in allerlei tinten van wit naar roze, lichtblauw, donkerblauw en dieppaars. Hier zit de blinde bij weer op een andere zinnia. 
Heb je weer zo'n snoeperd! Nu op een roze korenbloem. Dat er zoveel insecten op het mengsel afkomen is dubbel genieten. 
Een van de eerste bloeiers uit het mengsel: Echium plantagineum ofwel weegbreeslangenkruid. Roze in de knop, en als het bloempje opengaat, verkleurt het naar hemelsblauw. 
En dit zijn de roze bloemen van Vaccaria hispanica, koekruid. 
En dan heb ik nog maar de helft van de bloemen uit het mengsel hier genoemd. Vrolijke boel dus, in Hof van Jaantje. En dat mag ook wel want ondanks dat we hier midden op het platteland wonen, staat er maar weinig in bloei. We rijden langs akkers vol graan en suikerbieten - geen bloemetje te zien. Verder alleen maar kale slootkanten en kort gemaaide bermen. Hier en daar zaait een boer nog een bloemenplukrand of een akkertje klaver (ook als groenbemester*). De bij is dus langzamerhand afhankelijk van mensen met bloementuinen. De bloemenranden die ik zaaide zijn helemaal niet groot maar geven heel veel voedsel voor de insecten, dus zelfs al heb je maar één vierkante meter over, ik zou zeggen: zaai een bloemgazonnetje! In de kruiwagen op de volkstuin is het overigens ook allemaal goed aan de groei gegaan, al bleven sommige soorten wel kleiner dan bij mij in de volle grond. Dus ook in potten en bakken kan er een bloemenweitje gekweekt worden. 
*Tot slot een foto van een steenbij op de Phacelia. Dit gewas wordt vaak gezaaid als groenbemester: groenbemesting is het telen van planten op een stuk grond om deze vervolgens onder te ploegen of spitten of om als mulch (blog over mulchen: onder een dekentje) te gebruiken. Hierdoor verhoog je het gehalte aan organische stof en het stikstofgehalte in de bodem. Een deel van de organische stof wordt in de bodem omgezet in humus - wat weer voeding afgeeft aan het gewas dat je vervolgens hierop gaat kweken. Afhankelijk van het soort plant dat je gebruikt, kunnen groenbemesters optreden als vanggewas voor de opvang van meststoffen, verbetering van bodemstructuur, tegengaan van erosie en helpen onderdrukken van onkruid.